Navigatiemenu

Kabouter Witbaard en de Oehoe, deel 2

 

OPSTAAN NAAR DE OEHOE !!!!!

Het was al een hele drukte bij de kabouterhuisjes.
Sommige moeders waren midden in de nacht al aan het bakken geslagen.
Goed houdbaar speltbrood moesten de mannen mee hebben en die moesten ze zo vers mogelijk meegeven, bakken dus.
Zo leek het alsof je in een heel speciaal bakkersdorpje liep als je die morgen tussen de huisjes door had kunnen lopen.
Maar ook de geur van verse maïsbroodjes, amandelbroodjes, pruimen-, kersen- en wilde aardbeienjam en die van wilde bloemenhoning kon je ruiken.

Toen de zon haar eerste stralen in de vallei wierp ging de stoet op pad.
Voorop kabouter Drokja die de weg naar de Magdagroeve natuurlijk het beste kende.
Daar achteraan de ezels die helemaal bepakt en bezakt waren met eten, drinken, tenten en extra kleren.
Omdat het bij elkaar toch wel heel veel was geworden hadden de kabouters er toch maar een klein paardje bijgedaan voor de extra bepakking.
En te voet de koks, de keukenhulpjes, de grassnijders, touwslager Widdiewok, en enkele sterke jonge kabouterkerels voor het klim en hijswerk bij de groeve.
Ook was Waleria, een hele goede kokkin maar ook een hele goede met naald en draad meegenomen want iemand met zulke goede en fijne priegelvingers konden ze ook nog wel eens nodig hebben.

Het werd een tocht van twee lange dagen.
Omdat het de laatste tijd in dat gebied veel geregend had zakten de dieren vaak tot hun enkels in de modder weg en een enkele keer moest al hun bepakking er eerst afgehaald worden voor ze de dieren weer uit de modder konden los helpen.
Gelukkig regende het niet meer en droogde de grond merkbaar op naar mate ze dichter bij de oude groeve kwamen.
En onderweg…… wie stond er bij elk beekje tot z’n knieën in het water……..ja hoor, Kabouter Witbaard.
Overal even met z’n netje een stekelbaarsje proberen te vangen en omdat hij niet zeker wist van welk soort hij een of meerdere stekels nodig had verzamelde hij alle soorten stekelbaarsjes die hij kon vinden.
Elk soort bij elkaar in een apart jampotje dat tekens weer met vers water gevuld werd want ook een stekelbaarsje is een dier dat in leven moest blijven.
Zo had hij wel negen soorten Stekelbaarsjes; alleen van de rossig gestreepte had hij er maar drie kunnen vangen.
Maar ze waren nog niet bij de groeve, hij had nog wel kans er meer te vinden.

Je kon wel merken dat ze verder van huis waren dan ooit.
De bomen waren hier iets anders en ook de vogels zagen er soms anders uit, zongen soms ook anders dan thuis.
Plotseling zag Kabouter Witbaard in een oude populier Maretak groeien en daar werd hij blij van.
Konden ze op de teugweg wat van meenemen voor die heerlijke zoete geur in hun eigen wilde eikeltjestabak oh, hij keek er nu al naar uit.

Aan het einde van de tweede dag kwamen ze bij de oude steengroeve aan.
Oh wat was deze hoog en diep………overal gangen en richels en je kon goed zien dat er vroeger grote stenen waren gedolven, zulke grote rechthoekige gaten zaten er overal in de wand. Voor kleine kabouters helemaal geen fijn gebied om te moeten lopen en klimmen.
Er werd een tentenkamp opgericht onder een hele brede uitstekende rots zodat ze, mocht het weer gaan regenen toch bij het kamp droog zou blijven.
Kabouter Drokja ging verder zodra het donker was want hij, die de groeve en de dieren die er woonden zo goed kende, moest contact met de OEHOE-familie maken.
Even later hoorden de kabouters die toen al stil voor hun tenten hun pijpjes zaten te roken vreemde geluiden uit de groeve komen.
Veel hoeoe, ge uuuuh hoewawawa’s en doekoeklanken en toen even later Drokja als uit het niets weer voor hen stond zagen ze aan zijn twinkelende ogen dat het hem gelukt was contact te maken en dat ze na twaalven die avond iets hogerop in de groeve hadden afgesproken,
De vader OEHOE zou daar dan ook zijn.

Even voor middernacht (geen kabouter had natuurlijk kunnen slapen van de spanning) ging een kleine stoet naar boven, de oude kabouters geholpen door de jonge sterke kerels die ook kabouter Witbaard heel vaak moesten optillen om over de grote rotsblokken te kunnen klauteren.
Op een donkere brede richel zat een kanjer van een OEHOE-mannetje met een snavel zo groot dat sommige sterke jonge kabouterkerels er toch een beetje bang voor werden.
Maar de OEHOE keek sip, je kon zien dat hij honger had en niet goed in z’n verenpak zat.

Kabouter Witbaard ging voor hem staan en sprak oude wijze klankwoorden die de vogel op z’n gemak stelden.
Maar toen de kaarsen aangingen om Witbaard te kunnen laten werken schrok de OEHOE zo dat hij bijna omviel van de schrik.
Steeds maar met z’n ogen knipperend tegen het felle kaarsenlicht zat hij onrustig te wachten op wat er ging gebeuren.
Kabouter Witbaard voelde voorzichtig tussen de oorveren wat er gebeurd was.
Nog steeds die oeroude rustige klanken uitsprekend om de vogel op z’n gemak te laten voelen.
”Waleria, voel jij ook eens en zeg eens wat jij denkt” vroeg Kabouter Witbaard even later.
Toen Waleria met haar fijne vingertopjes gevoeld had zei ze: ”Ik denk dat er een paar oorveren gebroken zijn maar dat de basis van de veren nog wel vast in hun schachten zitten op een of twee na”.
”Dat dacht ik ook” zei Kabouter Witbaard.
”Dat betekent dat we ergens anders veren moeten weghalen die we met hars, gom, ballewiet en monachdram vast moeten maken aan de schacht en de veren moeten bijknippen.
Eerst wat kapotte veren eruit, de juiste dikte van de schacht bepalen, stelbaarsjesstekels meten en die afknippen.
Die groeien van’t voorjaar wel weer aan.
Ik hoop maar dat we genoeg goede stekelbaarsjes hebben kunnen vangen” peinsde Witbaard hardop.

Zo gezegd zo gedaan en even later stonden alle potjes met stekelbaarsjes op de richel, zat Waleria al veertjes te knippen en keek Kabouter Witbaard met een sterke loep naar al die stekelige visjes.
Welk stekeltje was lang genoeg, dik genoeg, veerkrachtig genoeg om gebruikt te kunnen worden?
Was het die zwartgestreepte stekelbaars of toch die rossig gestreepte, de rode punthoorn stekelbaars of toch die van de fijne schroefhoorn stekelbaars.
Kabouter Witbaard werd er draaierig van en telkens sprongen de actieve visjes weer uit de jampotjes en moesten ze ze tussen de grassprieten opzoeken.
Wat een werk zeg…… maar samen met de rustige Waleria lukte het genoeg goede stekels te knippen en om met hars, gom, ballewiet en monachdram aan de verenschachten vast te naken. Zo dat zat, nu nog een oplossing voor die ene die echt helemaal stuk was maar wel gemaakt moest worden.

Kabouter Witbaard en Waleria zaten samen stil na te denken toen er vanuit een bloem op een richel boven hen een druppel honing kwam gevallen die in het haar van Waleria bleef kleven.
Waleria voelde, proefde en keek Kabouter Witbaard toen heel blij aan.
Honing…….echte bijenwashoning, die konden ze kneden tot elke samenstelling, zacht, hard, indien nodig met haartjes verstevigd.
Ook Kabouter Witbaard werd hier blij van en omdat het toch al licht begon te worden kregen de jonge sterke kabouterjongens van Witbaard de opdracht in het bos de uitvliegende bijen te volgen om zo hun bijenwas te vinden.
Dat duurde niet lang of ze hoorden een blije kreet uit het benedenliggende bos opwaaien.
De jongens hadden bijenwas gevonden en aan hun geschreeuw te horen, de bijen van wie die was was ook.
Elke keer klonk er weer een harde schreeuw als er een gestoken werd.

Met de was werd er een ingewikkeld brugje gemaakt tussen twee nog hele schachten van het OEHOE oor waarop een bijzonder veertje werd vastgemaakt die de belangrijke trilling kon doorgeven aan de huid van de OEHOE.
Veel te ingewikkeld om hier uit te leggen maar het werkte.
Nu moest iedereen gaan slapen, vooral de OEHOE want die moest de volgende nacht op jacht kunnen.
Ze sliepen een gat in de dag en na een heerlijk middag en avondmaal stonden ze allemaal gespannen op de richel om, zodra het een beetje donkerder werd, te kijken of de OEHOE wel weer muizen kon vangen.
Zodra het grote beest z’n vleugels uit sloeg stegen er een oh’s en ah’s op uit de groep en zodra ze de overwinningskreet van de OEHOE hoorden toen hij z’n eerste muis gevangen had dansten ze blije rondjes op de richel.

Het was ze gelukt en toen ze die nacht voor de laatste nacht onder de uitstekende rots lagen te slapen hoorden de oude ervaren kabouters de OEHOE vaak over komen suizen met weer nieuwe muizen voor hun jongen.

En toen ze na twee dagen lopen weer thuis de vallei binnen liepen was het gerucht van de geslaagde operatie hen al voortuit gesneld want overal stonden kabouters voor hun huisjes te klappen.
En toen Kabouter Witbaard moe maar voldaan z’n Moedoe in de armen nam kreeg hij een trotse pakkerd van haar en zei ze dat ze trots op haar mooie oude dikkerd was.

En Kabouter Witbaard?
Die pakte vers geplukte Maretak, vulde er zijn pijpje mee en zat even later heeeeeel gelukkig naast Moedoe te roken.
En de rookslierten kringelden geurig tussen de kabouterhuisjes door.

Ja, hij was tevreden met de reddingsaktie, een goede kabouteraktie.


MB6-703   , 200-310   , LX0-103   , VCP550   , C_TERP10_66   , 70-480   , AX0-100   , 000-105   , PMI-100   , 070-462   , MB6-702   , API-571   , 000-104   , 1Z0-067   , JN0-343   , 070-466   , 70-533   , ADM-201   , MB6-702   , 400-101   , 70-410   , 70-177   , 1z0-434   , IIA-CIA-PART2   , 000-080   , EX200   , 300-208   , C_HANAIMP151   , 70-332   , 200-310   , 070-483   , 1Z0-804   , c2010-657   , 000-017   , JN0-102   , AWS-SYSOPS   , 70-487   , LX0-103   , 117-202   , 70-462   , PEGACPBA71V1   , 70-486   , EX300   , C2010-595   , 98-365   , 74-678   , 70-270   , 70-488   , 70-417   , CRISC   , NS0-157   , 70-697   , CQA   , 300-320   , MB6-703   , 1Z0-060   , 352-001   , CQE   , 70-697   , 70-246   , MB6-703   , 350-060   , CGEIT   , 700-501   , CAP   , 300-070   , 300-206   , PEGACPBA71V1   , 70-347   , 70-412   , 2V0-621   , 1Z0-808   , 300-070   , 642-997   , 000-104   , 200-310   , C_TADM51_731   , 070-462   , C_TADM51_731   , ICBB   , PEGACPBA71V1   , 74-678   , CQA   , 1Z0-804   , 300-115   , 70-243   , 070-466   , 599-01   , 600-460   , 350-018   , MB2-708   , NS0-506   , PMI-RMP   , HP0-S42   , 810-403   , VCP550D   , 1Y0-201   , HP0-S41   , CAS-002   , 1Z0-804   , 70-270   , 1V0-601   , E10-002   , MB6-871    | 1Y0-301    | 300-075    | 70-332    | 500-260    | 700-801    | 1z0-430    | 640-461    | CWSP-205    | 010-150    | 74-343    | 70-332    | C2030-284    | 70-533    | LX0-103    | 300-075    | 98-365    | E10-002    | C2090-560    | 350-018    | 70-346    | 70-486    | 500-260    | 1z0-430    | M70-201    | 1Z0-053    | 70-486    | LX0-104    | E20-026    | 70-680    | 98-365    | 101    |