Navigatiemenu

Kabouter Witbaard en de grote overstroming.

De Grote Overstroming

Aan de rand van de vallei waar het dorpje van Kabouter Witbaard lag stroomde een rivier kort langs een rotsachtig gebied.
En middenin de rivier, daar waar deze even wat breder was, stond een rotsachtig eiland waar Kabouter Drommulus en z’n vrouw Katrona een boerderij hadden gebouwd.
De boerderij was door een brede brug van twee oeroude eiken verbonden met de vallei en de kabouters en hun beesten konden zo heen en weer naar de vallei.
Elk voorjaar, als de winterregens en stormen de weg wat kaal gespoeld hadden, werden nieuwe stenen aangebracht en werd de brug weer beresterk gemaakt.
Nee, deze brug was sterk genoeg voor de komende jaren werd er dan gezegd en men ging weer aan het gewone werk.

Maar die zomer ging het heel hard regenen en ook wat hoger in de heuvels moest het wel heel hard geregend hebben want Kabouter Drommulus had het water nog nooit zo snel zien stijgen.
Elke minuut steeg het water en de ruimte tussen het kolkende water en de brug werd steeds kleiner.
Nu was Kabouter Drommulus een hele grote en sterke kabouter, eigenlijk nooit bang voor iets of iemand, maar hij zei toch tegen Katrona: “Ik ga toch de dieren die hier nog staan naar de zomerweides brengen en als jij onze spullen wilt inpakken kom ik straks met de kar met het paard jou ophalen.
Zo gezegd zo gedaan.
Ook Kabouter Witbaard was al een paar keer naar de rivier gelopen in z’n geitenleren regenjas om te kijken hoe snel het ging en stond toevallig te kijken toen Kabouter Hommulus met z’n paard en wagen aan kwam rijden.
Ze zagen het allebei gebeuren.

Wat verderop, stroomopwaarts, waar de bomen op de steile rotswanden stonden, begon een deel van de bomen zomaar los te laten.
De vele regen had de grond tussen de stenen weggespoeld en de wortels waren bloot komen te liggen.
Met een denderend gekraak van de afbrekende takken kwamen tientallen bomen, waaronder eeuwenoude eiken en beuken, naar beneden gegleden, alles met zich meesleurend.
Even bleef deze kluwen van stammen, takken en bladeren in de kolkende rivier liggen maar omdat al het blad aan de bomen zat maakte dit een soort dam waarachter het water hoger en hoger werd………. en de druk van het water werd dus ook hoger en hoger.
Kabouter Witbaard keek Kabouter Hommulus met gefronste wenkbrauwen aan maar nog voordat ze iets konden zeggen zagen ze de kluwen takken en bomen loskomen en met denderend geraas door de rivier naar beneden komen stromen.
En nog geen tien seconden later zagen ze de brug verpletterd worden door de takken, bomen en bladeren die er met grote kracht tegen aan kwamen gebotst.
Maar wat nog het ergste was…………. een lange tak van een eeuwenoude beuk werd door andere bomen opgetild en schuurde langs de buitenmuur van de boerderij van Hommulus en reet deze helemaal open.
En wie stond daar bang bibberend in de boerderij?
Ja, ………..Katrona.
Gelukkig bleef het dak er op zitten maar ze was geweldig geschrokken; zeker toen ze zag dat hun sterke brug helemaal was weg gespoeld.
Hoe moest ze nu naar de andere kant van de rivier komen en ze begon met haar armen te zwaaien en te roepen naar Kabouter Witbaard en haar man Hommulus.
En kabouter Hommulus zette z’n handen aan z’n mond en riep,”wacht daar….. we komen je haaaaaaaaaalen !!!!”

Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan en dat wisten Kabouter Witbaard en Kabouter Hommulus maar al te goed.
Ze keken elkaar aan met een blik in de ogen die vertelde dat ze een hele moeilijke klus moesten gaan klaren om Kaboutervrouw Katrona veilig naar deze kant van de rivier te krijgen.
De mannen overlegden met elkaar en zagen schuin boven de rivier een sterke oude boom wat overhangen.
“Kijk, als we aan die stam, boven het midden van de rivier, een katrol kunnen maken, kunnen we zwiepend heen en weer en jou na de vijfde zwiep aan de andere kant laten neerkomen.
Als jij dan daarna Katrona aan je vastbindt kunnen we jullie ook terug zwiepen.
We gaan dan aan deze kant sterke kabouters aan bomen vastmaken die jullie dan kunnen opvangen” zo stelde Kabouter Witbaard voor.

Gelukkig waren er al veel kabouters aan komen lopen, ze hadden het lawaai bij de rivier allemaal gehoord en kwamen al met touwen, katrollen, vet en olie aangelopen, bereid om te helpen, want zo zijn kabouters.
Kabouter Drongemans, ook wel de boomchirurch genoemd, werd gevraagd om met zijn klimtalenten een katrol in de overhangende boom te maken en even later klom hij al, met z’n speciale stijgbeugels, in de boom om midden boven de rivier de katrol te bevestigen.
Deze was ervoor al heel goed ingevet en geolied om hem als een tierelier rond te kunnen laten draaien.
Toen deze er zat werd een sterk touw door de katrol gehaald, weer terug naar de kant getrokken en aan Kabouter Hommulus vast gemaakt.
Ook werd een tweede touw aan kabouter Hommulus vastgemaakt waarmee ze hem heen en weer konden zwiepen.
Er werd afgesproken dat ze vier maal zouden zwiepen en bij vijf het touw zouden vieren zodat hij als het ware doorzwiepte naar de overkant waar z’n vrouw angstig stond te wachten op wat er allemaal gebeuren ging.
Ze kon door het lawaai van het kolkende water niets horen en alleen maar zien wat de anderen aan het doen waren.

Even later trokken de kabouters Kabouter Hommulus omhoog, tot vlak boven het water.
Door aan het andere touw te trekken begon hij heen en weer te zweven, één, twee, drie, ja, het ging goed.
Hij was al bijna bij de andere kant, vier en…………VIJF en ze lieten het touw vieren en Kabouter Hommulus belande precies op de rand van het eiland met z’n voeten tot z’n enkels in de modder.
Gelukkig die was er!!! Nu nog terug.
Kabouter Hommulus kuste zijn vrouw en bond haar met een meegenomen touw van geitenleer stevig aan z’n middel vast.
Zo stonden ze samen aan de rand van het eiland, heel dicht bij de kolkende rivier.
” Trekken maar !!!,” riep Kabouter Hommulus en aan de andere kant begonnen ze de twee kabouters op te hijsen.
De overhangende boom begon gevaarlijk mee te buigen maar even later hingen ze toch boven de rivier.
“ZWIEPEN” riep Kabouter Witbaard, één, twee, drie maar de twee waren zo zwaar dat ze maar nauwelijks heen en weer gingen.
“We moeten het wel tien keer doen” riep Kabouter Witbaard, ‘opnieuw” en daar gingen ze weer.
Eén, twee, drie, vier, vijf en ja hoor, ze gingen nu behoorlijk heen en weer en de kabouters die zich aan deze zijde van de rivier aan bomen hadden vastgemaakt om hen te kunnen opvangen, strekten hun armen al om hen aan te kunnen pakken.
Zes, zeven acht, negen en TIEN” en ze lieten het wiebeltouw los en Kabouter Hommulus kon net door de sterke kabouter Drojan, de beresterke hoefsmid, vastgegrepen worden en naar de kant gesleept.
En terwijl ze daar in elkaars armen stonden hoorden ze plotseling veel lawaai en gekraak en zagen ze dat de boerderij van Kabouter Hommulus, op het eiland, in elkaar zakte en door de rivier werd meegespoeld.
Wat een geluk dat ze net op tijd gered waren.

Die zomer, nog geen maand na de grote overstroming, was er op een nieuwe plek een mooie nieuwe boerderij gebouwd.

En…. met behulp van alle andere kabouters.

Ja, die kabouters, ze zijn wel klein maar helpen elkaar altijd.


MB6-703   , 200-310   , LX0-103   , VCP550   , C_TERP10_66   , 70-480   , AX0-100   , 000-105   , PMI-100   , 070-462   , MB6-702   , API-571   , 000-104   , 1Z0-067   , JN0-343   , 070-466   , 70-533   , ADM-201   , MB6-702   , 400-101   , 70-410   , 70-177   , 1z0-434   , IIA-CIA-PART2   , 000-080   , EX200   , 300-208   , C_HANAIMP151   , 70-332   , 200-310   , 070-483   , 1Z0-804   , c2010-657   , 000-017   , JN0-102   , AWS-SYSOPS   , 70-487   , LX0-103   , 117-202   , 70-462   , PEGACPBA71V1   , 70-486   , EX300   , C2010-595   , 98-365   , 74-678   , 70-270   , 70-488   , 70-417   , CRISC   , NS0-157   , 70-697   , CQA   , 300-320   , MB6-703   , 1Z0-060   , 352-001   , CQE   , 70-697   , 70-246   , MB6-703   , 350-060   , CGEIT   , 700-501   , CAP   , 300-070   , 300-206   , PEGACPBA71V1   , 70-347   , 70-412   , 2V0-621   , 1Z0-808   , 300-070   , 642-997   , 000-104   , 200-310   , C_TADM51_731   , 070-462   , C_TADM51_731   , ICBB   , PEGACPBA71V1   , 74-678   , CQA   , 1Z0-804   , 300-115   , 70-243   , 070-466   , 599-01   , 600-460   , 350-018   , MB2-708   , NS0-506   , PMI-RMP   , HP0-S42   , 810-403   , VCP550D   , 1Y0-201   , HP0-S41   , CAS-002   , 1Z0-804   , 70-270   , 1V0-601   , E10-002   , MB6-871    | 1Y0-301    | 300-075    | 70-332    | 500-260    | 700-801    | 1z0-430    | 640-461    | CWSP-205    | 010-150    | 74-343    | 70-332    | C2030-284    | 70-533    | LX0-103    | 300-075    | 98-365    | E10-002    | C2090-560    | 350-018    | 70-346    | 70-486    | 500-260    | 1z0-430    | M70-201    | 1Z0-053    | 70-486    | LX0-104    | E20-026    | 70-680    | 98-365    | 101    |