Ach je weet wel

 

Ach je weet wel van die paarden in die uiterwaardenwei
Die toen overstroomde en waarvan die dochter jou toen zei
Dat je beter moest parkeren bij de super op het plein
met dat zoontje die al heel jong altijd Batman wilde zijn

die bij Liesje heeft gezeten bij juf Lennie in de klas
die met kerstmis toen die ene keer zo’n leuke herder was
met die broer die met dat meisje van van Welsum heeft gegaan
die toen zwanger raakte en daarna heel snel heeft afgedaan

Ach je weet wel ach je weet wel ach je wel wie het is
zou het zo wel kunnen zeggen wie het is die ik nu mis
Je zult zien dat zo meteen zelfs me die naam te binnen schiet
Maar hoe ik zit te denken echt die naam die weet ik niet

Met die moeder die ooit werkte bij van Bommel’s Blommerij
waar je zonnebloemen haalde, toen met die agressieve bij
die jou heeft gestoken in de arm die daarna heel snel zwol
met dat zoontje die jou fopte met die namaak hondendrol

met dat hondje die mijn moeder zomaar in de kuiten beet
toen ze stond te praten met Jolien die steeds haar tas vergeet
en zich opmaakt als een diva maar nog steeds geen nagel heeft
om haar kont te krabben en ook meestal als een rietje beeft

Ach je weet wel ach je weet wel ach je wel wie het is
zou het zo wel kunnen zeggen wie het is die ik nu mis
Je zult zien dat zo meteen me die naam te binnen schiet
Maar hoe ik zit te denken echt die naam die weet ik niet
Tekst: Patty Schoneveld